top of page

Over “ULYSSE”, geschreven door Lut Maris

 

Vicky Gruyters is graficus: de grafiek is het medium waarvoor ze jaren geleden heeft gekozen en zich  in vervolmaakt. Traditionele technieken als ets, hout, steen en zeef  beheerst ze technisch perfect, maar ook de nieuwe technieken als polymeren, bewerken en toevoegen van foto’s hebben voor haar nog amper geheimen. Herhalen en werken in reeksen is een bekend kenmerk van het medium grafiek,  maar, ondertussen overgenomen door de minimal art, maakt juist dit repetitieve, de moeilijke grafische technieken weer actueel, en Vicky Gruyters verwerkt dit op geheel eigen wijze in haar oeuvre. Eenvoudig kan je stellen dat dit collages zijn.

Vanuit haar omvangrijk grafisch archief, kiest ze een stukje papier, bv. van een lichaam. Dit stukje papier krijgt een plaats op een omvangrijk  doek dat zij reeds vroeger geschilderd heeft, en waarop ze eveneens al eerder, ook  een ets heeft  aangebracht. Vervolgens worden al de onderdelen samengevoegd en waar nodig, worden nog accenten met verf aangebracht. Bij het grondig bestuderen van een werk ontdekt de kijker hoe foto’s, etsen, papier, verf worden samengevoegd tot een volledig nieuw geheel. Een lang proces van vele handelingen, die uiteindelijk resulteren in een nieuw werk. Zelf zegt ze hierover: ‘zoeken, veranderen, corrigeren, etsen, graveren, tekenen, hernemen, overschilderen, collage, montage behoren tot het ontstaansproces van mijn werk’.

Deze lange werkwijze van aftasten, wegnemen en toevoegen maakt haar geest vrij, waardoor de inhoud zich onbewust naar voren dringt. Een inhoud die is samen te vatten als een actueel symbolisme. Het is nog niet zo lang geleden dat het woord symbolisme werd geweerd uit de kunstgeschiedenis. In een periode van rationeel denken waren symbolen uit den boze. Nu we in een periode van twijfel beland zijn, mag het weer en zoeken we naar een houvast dat zich uit in allerlei tekens en symbolen.

Inderdaad, het werk van Vicky Gruyters zit vol met symbolen: de appel, de cirkel, de spiraal, mannen, vrouwen, harten, kruisen, goud, rood en nog veel meer. Haar voorliefde voor het werk van Goya, Odilon Redon, Böcklin -  dé symbolisten van het einde van de 19de eeuw - lijkt dan ook vanzelfsprekend. Immers, de transpositie, het omzetten van een idee door een beeld - wat een spel was - bij de symbolisten, is ook haar niet vreemd. Hierdoor uit ze aan de  toeschouwer haar visie op de wereld, haar denken over het menselijk gedrag en de vele menselijke eigenschappen. Ze wijst hem terug naar de plaats van de mens in het universum, in de wereld, in de samenleving.

“Who is the truth” toont een klein tenger figuurtje met uitgestoken handen. Het oogt klassiek - het is ontleend bij Goya -  maar wordt door Vicky  Gruyters ingepast in haar beeldtaal. Weggekrast is het gezichtje, anoniem wordt de mens. De ene hand is wit, de andere is zwart. Het zijn sprekende verwijzingen naar haar sociale bekommernis en verwijzing naar onze samenleving, waar verschillen tussen ras en kleur nog altijd sterk bepalend zijn. Het laat haar niet los waarom het mensenras niet in harmonie kan samenleven.

Herinneringen en associaties, ze schuiven in elkaar over. Voorbeeld hiervan zijn de gouden schoentjes van de godin Athena,  zo subtiel aangebracht op twee elegante, gekruiste sierlijke damesbenen. Net genoeg om vragen op te roepen. Dromen van het goddelijke in een menselijke context.

Ook de foetushouding komt regelmatig terug. Ongetwijfeld een verwijzing naar een verlangen om los te komen van de harde dagelijkse realiteit, om onthecht te zijn van de materialiteit en om nog even te verpozen in de fase tussen ontwaken en wakker worden, tussen droom en werkelijkheid. Een beklemmende angst bekruipt de toeschouwer in de geheimzinnige foto’s van rotspartijen: dreigend en melancholisch. De natuur als metafoor.

Gruyters’ kleurgebruik evolueerde de jongste jaren: de niet-kleuren zwart en wit zijn vaak geaccentueerd met een fel en hevig rood. De symbolische betekenis ervan dringt zich onmiddellijk op. Rood staat hier voor warmte, vuur, gloed, liefde en hartstocht en benadrukt in haar werk de sexe. Rood –zwart - wit: een artistiek triumviraat.

Net zoals bij de vroegere symbolisten, zijn de typische Vicky Gruyters- figuren zeer herkenbaar: draaiende en wervelende figuurtjes, lang gerekte ijle mannen en vrouwen, die vaak in gebogen houding staan. Kijken wordt meer aanvoelen, herkennen, dan echt zien. Vaak zijn haar mensen opgesloten in een cocon. Eenzaam, alleen, met de armen rond zich, in elkaar gedoken. Is het de eenzame mens van de 21ste eeuw die ondanks de overvloed van mogelijkheden om met elkaar te communiceren, zich hulpeloos alleen voelt? Is dit een autobiografisch beeld of is het een universeel oerverhaal van de eenzame mens die op zoek is naar rust en geborgenheid? Ontegensprekelijk is het een spiegel waar ieder van ons al ooit in gekeken heeft.

De titel van deze tentoonstelling is ‘Ulyssee’: de zoektocht van Odysseus, de beroemde held van Homerus uit de klassieke Griekse oudheid die na een lange, verwoestende oorlog snakt naar de geborgenheid van zijn huis en haard. Het is bijzonder boeiend hoe Vicky haar queeste verbindt met de zoektocht van deze tragische mythologische figuur. Het mag echter duidelijk zijn dat dit geen illustratie is van de klassieke Odyssee, maar wel een verwijzing naar het oerverhaal van de dolende man die in zo vele culturen en verhalen opduikt, en blijkbaar nog steeds brandend actueel is. Reizen als een zuiveringsproces, maar ook een thuiskomst in zichzelf. Vicky Gruyters maakt het symbolisme weer levend door gekende symbolen te gebruiken in een nieuwe context en zo haar persoonlijk verhaal vertelt met een universele basis.

Where contents and language unite, Ludo Raskin 2003

 

For Vicky Gruyters, graphic art is a serious matter. Sticking to the surface of things, is not how she approaches life. That is why she aims at penetrating down to the core of all and any questions life itself confronts her with. Being a child of her time, she feels involved in the ethical problems that are even part and parcel of everyday conversation. Genetic manipulation, the cloning of man and animal life, and the dialogue inevitably emerging from these topics, constitute the true basics of the justification for the shapes through which she expresses herself.

 

The marked physical essence contained in her ways of expression is emphasized by the etching techniques she uses. To begin with, these etches are like restless writings; the representations are succinctly depicted, as though engraved onto the plate using a downright passionate style of drawing. Dynamics are enhanced by repeatedly printing these lines on a multitude of different levels, one on top of the other. Vicky Gruyters stresses the message she is trying to get across, by simultaneously printing several etching plates o none and the same sheet, letting them converge into one single work of art. Her compositions gain strength by sometimes leaving large spaces of the sheet unprinted, or by sticking different kinds of paper which, in their turn, printed or not, add yet another dimension to the final outcome.

 

It may be derived from her technical skills that she is a graphic artist in her heart and soul, someone for whom the technique has no secrets and who truly takes delight in shaping her work of art. How then, with such technical skill, could the underlying intention not convey the true message.

 

bottom of page